Het terrein is er woest. Het klimaat ruw. Het leven en landschap somber.

Welkom in Romeins Alphen!

Romeinse cavalerie

Romeinse cavalerie

03 maart 2022

De cavalerie-eenheden zijn het neusje van de zalm in het Romeinse leger, ook al bestaan de meeste uit auxiliari. Veel cavalerie-eenheden zijn cohorten uit het Rijnland. De Bataafse ruiterij is bijvoorbeeld beroemd en berucht.

Het paard en de ruiter horen bij elkaar. De ruiter is ook de eigenaar van zijn paard. De ruiter draagt over het algemeen een hamata, een maliënkolder, over een ruiterbroek en een tunica. Uiteraard heeft de ruiter een helm op en schild en wapens bij zich. De kleinste eenheid is de turma, veertig ruiters en hun paarden. Een cohort heet in de cavalerie ala en bestaat uit 500 of uit 1000 cavaleristen.

Het paard heeft een maximale schofthoogte van amper anderhalve meter en is daarmee eigenlijk een pony. Dit blijft zo tot ver in de middeleeuwen. Het paard wordt opgezadeld met een deken en een zadel met een singel. Het zadel is door de vier uitstekende delen, de hoorns, zitvast. De ruiter zit min of meer klem in het zadel. Stijgbeugels zijn daarom niet nodig. Het paard heeft ook een hoofdstel: een bit en teugels.

De training van paard en ruiter bestaat onder meer uit toernooien. Voor de toernooien worden alle vaardigheden geoefend en vervolgens vertoond. Zo worden tegenstanders belaagd met speren met voor de gelegenheid een stompe punt en zijn er achtervolgingen.

Tijdens de toernooien worden ook aanvalsformaties gevormd. Uit een experiment tijdens een nagespeeld toernooi met replica’s van alle uitrustingsstukken blijkt dat uit de literatuur bekende tactieken ook in het echt goed werken.

31 Romeinse cavalerist oefenen.jpg

Op de foto boven cavalerie wacht af hoe het de infanterie vergaat
Op de foto onder een oefensessie van een Romeinse cavalerist