Albaniana stadswandeling halte 2 De Kom
Halteplaats 2 is op het Rijnplein bij De Kom langs de Oude Rijn. De Romeinen vinden het woeste noorden van hun Rijk helemaal niks. Dat is te merken aan wat de Romeinse historicus Tacitus in zijn boek over Germania schrijft.
Tacitus (55-117) is de enige Romein die over onze streken schrijft, terwijl de gebeurtenissen zich afspelen. Het is trouwens niet erg vleiend wat hij meldt:
‘En bovendien nog afgezien van het gevaar van de ruige en onbekende zee wie zou Azië, Afrika of Italië verlaten en op zoek gaan naar Germanië? Het terrein is er woest. Het klimaat ruw. Het leven en landschap somber. Hier kom je alleen indien het je vaderland is.’
(Inscriptie in Latijn in De Kom, Nederlandse vertaling op de gedenkplaat.)
Toch willen de Romeinen per se het Germaanse gebied inlijven. Tientallen jaren worden veldheren door keizers op pad gestuurd om het te proberen, bij voorkeur tot aan de Elbe. Totdat keizer Caligula (37-41) besluit om een aantal castella langs de Rijn te bouwen, omdat hij Britannia wil veroveren. Een van de castella die dan wordt gebouwd is Albaniana.
Dat plan lukt niet, maar zijn opvolger keizer Claudius (41-54) pakt het in het jaar 43 serieuzer aan en hij zal daadwerkelijk Britannia veroveren. De Rijn moet hiervoor worden bewaakt, zodat legertransporten veilig de Noordzee op kunnen. Dus moeten er meer castella worden gebouwd en in het jaar 47 besluit Claudius dat de Rijn definitief de Rijksgrens wordt.
Halteplaats 3 is de maquette op het Rijnplein.
