Wol en linnen
De meeste kleding wordt in de Romeinse tijd van wol en linnen gemaakt. Wol van een schaap en linnen van vlas. Veel kledingstukken hebben de natuurlijke kleur van het materiaal waarvan ze zijn gemaakt. Maar: de Romeinen houden van sprekende kleuren en dat zie je ook in hun kleding terug.
Vaak gaat het bij Romeinse kleding om wollen stoffen. Er wordt echter ook vrij veel linnen gebruikt. Het hangt ervan af in welk gebied het textiel wordt gemaakt.
De wol is bijna altijd van schapen, maar kan ook van een geit zijn. Linnen wordt gemaakt van vlas. Andere planten waarvan textiel wordt gemaakt zijn bijvoorbeeld hennep en brandnetel. Daarnaast is zijde en zelfs katoen bekend, maar dit zijn geïmporteerde peperdure stoffen.
De natuurlijke kleuren van schapenwol zijn alle tinten bruin, soms grijs en soms natuurlijk wolwit. Witte schapen zijn in de Romeinse tijd veel zeldzamer dan bruine. Vandaar dat een tunica in een natuurlijke ongeverfde wol gewoon een tintje bruin is. Omdat veel schapen gevlekt zijn, is dat bruin een tikje gemêleerd.
De natuurlijke kleur van linnen is beige. Zijde en katoen zijn onbewerkt wat in moderne termen ongebleekt heet.
Nu houden Romeinen erg van kleur. Hun huizen zijn gekleurd, hun beelden zijn gekleurd evenals hun mozaïeken en hun wanden. De kleding kan dan niet achterblijven. Naast de ongekleurde wollen en linnen kleding is er dan ook veel kleurrijke kleding.
Zowel wol als linnen kan redelijk gemakkelijk worden geverfd, maar niet in alle kleuren. Het is wel een riekend werkje, omdat urine wordt gebruikt om wollen strengen geschikt te maken voor een verfbad en ook om stof te bleken.
Op de foto geruite wol, een linnen zak en pas geverfde strengen wol aan een waslijn
