Romeinen eten dadels
Net als olijven en vijgen zijn dadels populaire vruchten voor Romeinen. Dadels komen vooral uit het Nabije Oosten en Noord-Afrika, de zuidelijke streken van het Romeinse Rijk. Dadels blijven gedroogd lang goed.
Dadels groeien aan dadelpalmen. Het zijn langwerpige steenvruchten met een pit in het zachte vruchtvlees. Rijpe dadels zijn van zichzelf al heel zoet. Gedroogd zijn de vruchten een beetje rimpelig en iets kleiner dan de strakke plompe verse vruchten.
Hoewel er geen dadelpitten zijn aangetroffen tijdens de opgravingen van Albaniana is het niet denkbeeldig dat de officieren wel zo af en toe genoten van deze lekkernij.
Recept
Een eenvoudig klaar te maken lekkernij met dadels zijn gevulde dadels met roomkaas. Snijd verse of gedroogde dadels aan een lange zijde in en wip de pit eruit, vul met monchou (of een andere roomkaas) en druk goed dicht. Variatie: vervang de pit door een amandel. Dat vinden Romeinen namelijk een hele leuke verrassing!
