De Zuid-Hollandse prehistorie eindigt met de komst van de geletterde Romeinen. Maar: niet overal tegelijkertijd. De Kuststreek wordt bijvoorbeeld eerder ‘bezet’ dan de oevers van de Oude Rijn. Inheemse mensen zijn Eburonen, Frisii en Cananefaten.
Evert van Ginkel vertelt in een interessante en boeiende lezing, georganiseerd door Erfgoedhuis Zuid-Holland, over de IJzertijd in Zuid-Holland.
Van Ginkel spreekt in zijn lezing over inheemse bewoners zonder deze nader te duiden. Dat is ook terecht, want het gebied wordt in de duizend jaar die de lezing bestrijkt niet permanent bewoond en al helemaal niet door dezelfde inwoners en hun nazaten.
Aan het einde van de IJzertijd gaat het zelfs helemaal mis. De Eburonen worden verdreven en uitgemoord door Julius Caesar. De Frisii bewonen vervolgens de hele Kuststreek, maar worden na hun opstand in 54 verbannen naar een eind ten noorden van de oever van de Oude Rijn. De Cananefaten komen ergens voor het jaar 50 het gebied binnen, maar zijn pas in de tweede helft van de eerste eeuw nadrukkelijk de bewoners van het Westland en de Kust. Al deze Germaans-Keltische mensen wonen in een nederzetting van een of twee zelfvoorzienende boerderijen.
Romeins Alphen is een initiatief van Minerva TXT producties / Eveline
Verhoeve
Copyright © teksten en foto's Eveline Verhoeve
Contact:
MinervaTXTproducties@ziggo.nl