Uit gevonden voedselresten is het eetpatroon af te leiden van de centurio en van de manschappen. De officier eet luxer dan de manschappen. Hij kan zich ingevoerde etenswaren veroorloven, terwijl de manschappen meer lokaal inkopen of foerageren.
Het rantsoen dat uitgedeeld wordt, bestaat uit graan, vlees, kaas, zure wijn en peulvruchten of groenten. Resten hiervan zijn in de barakken aangetroffen, maar ook in de centuriowoning. Daaruit blijkt dat de officier luxer eet dan zijn manschappen, hoewel er ook veel gelijkenissen zijn.
Het onderscheid in voedingspatroon is zichtbaar, omdat onder de vloeren vrij veel voedselresten zijn gevonden. Dit zijn zowel resten als pollen, die niet alleen iets zeggen over voeding maar ook over de omgeving.
De resten zijn deels geanalyseerd. Graansoorten en peulvruchten hebben veel overeenkomsten, terwijl vruchten duidelijk verschillen. Opvallend is dat iets typisch Romeins als vijgen kennelijk door iedereen wordt gegeten.
De centurio eet bijvoorbeeld zoete kers, perzik, sleepruim, peer en druiven. De manschappen moeten het doen met pruimen en frambozen.
Maar: iedereen eet vijgen, appels en hazelnoten. Vijgen worden zeker ingevoerd, appels worden door het Romeinse leger verspreid en zijn op een zeker moment inheems, terwijl de hazelnoten in de regio altijd al welig tieren.
Romeins Alphen is een initiatief van Minerva TXT producties / Eveline
Verhoeve
Copyright © teksten en foto's Eveline Verhoeve
Contact:
MinervaTXTproducties@ziggo.nl