Veldtekens en standaards van een legioen
Voor het Romeinse leger zijn de adelaar, de legioensvlag en de veldtekens heel belangrijk. Deze regalia staan in het vaandelheiligdom in het hoofdkwartier, de principia. Ze verlaten alleen een castrum als het complete legioen op pad gaat. In een kamp is een speciale bewaakte tent ingericht voor de regalia.
De regalia zijn standaards die in principe bestaan uit een speer met een 'teken'. Elk legioen draagt de adelaar mee. Tijdens de Republiek is dit van zilver, in de Keizertijd van goud. Als een legioen de adelaar verliest, is dit een grote schande. Er zal ook altijd worden geprobeerd om de adelaar terug te krijgen.
Elk legioen heeft een eigen legioensvlag met in ieder geval de naam van het legioen hierop geborduurd en het teken van het legioen. Dit is meestal een afbeelding uit de dierenriem. De vlag hangt aan een standaard met op de top hetzelfde symbool. In de keizertijd is dit een bronzen beeld, soms verguld.
Een andere standaard heeft bovenaan de speer een metalen bord met de naam van het legioen. Hieronder zijn medaillons aangebracht. Dit zijn eretekens en deze symboliseren de verdiensten van het hele legioen.
Een legioen is verdeeld in tien cohorten. In een cohort dienen ongeveer 480 manschappen. Elk cohort heeft een eigen standaard. Deze speer is voorzien van een metalen hand op de top als teken van trouw. Hieronder zijn eenzelfde medaillons aangebracht als op de legioensstandaard. Deze eretekens symboliseren de verdiensten van het betreffende cohort.
Vaak is er ook een standaard met een portret van de keizer. Een legioen heeft vier legioensstandaards en er zijn daarnaast tien cohortstandaards. Deze worden gedragen door de signifers. De regalia staan in het vaandelheiligdom van een legioen.
Foto boven: de regalia in een tent
Foto onder: een bronzen sagittarius van een legioensvlag
