Elke centurie heeft een signifer. In een cohort dienen zes signifers. Zij zijn standaarddragers. De dagelijkse taken zijn echter vooral financiële. Elke signifer is verantwoordelijk voor de financiën van zijn eigen centurie.
In een cohort gaat veel geld om zodat het garnizoen goed kan functioneren. Dit wordt samen met de soldij van de soldaten en officieren normaal gesproken bewaard in een kluis of schatkist in een kleine kelder onder het vaandelheiligdom. De signifers zijn verantwoordelijk voor de boekhouding. Signifers moeten daarom goed kunnen rekenen en schrijven. Zij leggen individueel verantwoording af aan hun eigen centurio en als afdeling aan de prefect cohortes, de kampcommandant.
De zes signifers betalen de manschappen in hun centurie hun besteedbare soldij uit, verrekenen persoonlijke uitgaven en de rest gaat in deposito. Het is gebruikelijk om het deposito te reserveren voor de ‘pensioenvoorziening’ van de soldaat. De uitbetaling van soldij is een aantal malen per jaar, meestal drie keer. Bij het verrekenen van persoonlijke uitgaven gaat het onder meer om aanschaf van uitrusting en kleding. Dit moeten de soldaten zelf betalen en het geld wordt door de signifer voor elke soldaat apart verrekend.
Omdat signifers meestal uit de rangen worden bevorderd en bij misdragingen kunnen worden gedegradeerd, moeten zij uiterst betrouwbaar zijn. Het dragen van een standaard is een erefunctie voor deze mannen.
Op de foto rechts de signifer en links de centurio bij standaards in het vaandelheiligdom.
Romeins Alphen is een initiatief van Minerva TXT producties / Eveline
Verhoeve
Copyright © teksten en foto's Eveline Verhoeve
Contact:
MinervaTXTproducties@ziggo.nl