Buiten elk Romeins castellum met of zonder vicus is een begraafplaats normaal. Een grafveld van Albaniana ligt buiten het kampdorp tussen de Limesweg richting castellum Matilo (Leiden-Roomburg) en de lokale weg langs de rivier Rijn waar tegenwoordig het Alphense Burgemeester Visserpark is.
Meestal worden Romeinse grafvelden naast een doorgaande weg aangetroffen. Begraven binnen een dorp of stad is volgens de Romeinse wet namelijk verboden. Graven bevatten crematieresten in een als urn gebruikte kruik of pot. Op het grafveld is altijd een locatie waar het lichaam verbrand oftewel gecremeerd wordt. De graven worden gemarkeerd door een grafsteen, een klein monument of een omheinde ruimte in gebruik als familiegraf.
Het grafveld van Albaniana in het moderne Alphense Burgemeester Visserpark is een toevalsvondst uit 2013. De resten zijn door amateurarcheologen van AWN afdeling Rijnstreek geborgen, omdat gemeente Alphen aan den Rijn ‘niet thuis’ gaf. Gevonden zijn crematieresten, aardewerk, kiezelsporen en dakpanscherven.
De interpretatie op basis van het AWN-verslag (zie hieronder) is dat het gaat om sporen van bewoning en om de resten van een grafveld.
Er is een ‘grote hoeveelheid’ scherven en dakpannen naar boven gekomen bij de aanleg van nieuwe riolering in de lengte van het Visserpark. De scherven en dakpannen hebben waarschijnlijk te maken met woningen in de vicus, het kampdorp, van castellum Albaniana. Deze staan waarschijnlijk langs de Limesweg die met een bocht naar het westen vanaf Albaniana naar Matilo loopt.
In het noordoostelijk deel van het Visserpark, nabij de Rijn, is een noodopgraving gedaan. Gevonden is een deel van een grafveld met crematieresten. Er zijn ook kiezelsporen gevonden, deze zijn waarschijnlijk van de naastgelegen lokale weg die dicht langs de rivier loopt (zie illustratie).
Op grafvelden staan vaak muurtjes afgedekt met dakpannen, deze omringen een familiegraf of een graf van een heel belangrijk persoon. Ook zijn soms kleine gebouwen neergezet als grafmonument. Het is mogelijk dat een deel van de gevonden dakpanscherven bij een dergelijk bouwwerk horen.
De verspoelde scherven in klei zijn waarschijnlijk de sporen van een zware overstroming. De grootste Romeinse overstroming, inclusief een doorbraakgeul, is in het laatste kwart van de tweede eeuw en is in het zuidelijker gelegen castellum duidelijk aangetoond. In de loop van de derde eeuw zijn er meer overstromingen en in de vierde eeuw is het hele gebied ondergelopen.
Er is maar een klein deel van het oorspronkelijke Romeinse grafveld gevonden. Mogelijk zet het veld zich voort in noordelijke richting langs de Romeinse lokale weg.
Deze interpretatie gaat ervan uit dat het verslag van AWN correct is en dat de opgegraven crematieresten inderdaad Romeins zijn. De informatie over de overstroming en de locatie van de noordelijke vicus, waarop deze interpretatie berust, staat in de opgravingsrapporten (zie literatuurlijst) van castellum Albaniana.
In 2013 is een noodopgraving door amateurarcheologen gedaan in het Burgemeester Visserpark. Dit omdat door gemeente Alphen aan den Rijn niet tijdig en adequaat is gereageerd op een aantal belangrijke vondsten tijdens rioleringswerkzaamheden. Het verslag van de gang van zaken, de opgraving en een voorlopige interpretatie door de amateurarcheologen staat hieronder.
(dit integraal overgenomen verslag van AWN afdeling Rijnstreek is gepubliceerd in Renus voorjaar 2014 pag. 14 t/m 17)
De eerste keer dat de AWN aan de bel moest trekken, was tijdens rioleringswerkzaamheden in het Burgemeester Visserpark in het centrum van Alphen aan den Rijn. De gemeente was daar sinds half februari 2013 bezig met de aanleg van een nieuwe hoofdriolering tot zo’n drie meter diep. Deze riolering werd in de lengterichting door het midden van het park aangelegd. Er was geen enkel archeologisch vooronderzoek geweest ondanks dat het om een locatie gaat op circa 120 meter ten noorden van het Romeinse fort en zo’n 100 meter ten westen van de Oude Rijn.
Eind februari ontdekten de AWN-leden Ab van Grol, Gabor Mooij en Suus Sprey dat bij de aanleg van de riolering grote hoeveelheden Romeinse dakpannen en scherven aan de oppervlakte waren gekomen. Het Burgemeester Visserpark werd ook opnieuw bestraat en vlak onder het wegdek aan de noordoostkant van het park bleek zich onverstoorde blauwgrijze rivierklei te bevinden met daarin sterk verspoeld Romeins aardewerk. De aangrenzende rand van de middenberm van het park bleek uit onverstoorde bruine klei van een oeverafzetting uit de Romeinse tijd te bestaan. Deze verrassend goed geconserveerde Romeinse lagen (zeker voor een locatie bij een stadscentrum) bevonden zich slechts zo’n halve meter onder het maaiveld. Toevallig zag de heer Journee, een geïnteresseerde buurtbewoner, uit de bruine oeverklei een hals van een Romeinse kruik steken (zie afbeelding 1).
Toen Mooij en Van Grol hier groeven, troffen ze meer aardewerk aan, waaronder Terra Sigillata en geheel onverwacht crematieresten. Het ging om kleine fragmenten witverbrand (gecalcineerd) bot, omringd door de scherven van een als urn gebruikte grijze kookpot. Mooij en Van Grol besloten dit materiaal vanwege de kwetsbaarheid met grond en al in een vondstenzak te scheppen en zo te bewaren. Hoogstwaarschijnlijk gaat het hier om een crematiegraf met grafgiften.
De vondst werd gemeld bij de gemeente en er werd afgesproken de vondstlocatie verder met rust te laten. Toch werd over de vindplaats van de urn tegen het midden van maart 2013 een nieuwe sleuf gegraven door de aannemer. Mooij ontdekte in deze sleuf nog meer scherven en veel gecalcineerd bot met houtskoolsporen. Hij trok hierover (nogmaals) aan de bel bij de gemeente en de Omgevingsdienst West-Holland die de gemeente adviseert betreffende archeologie. Dit leverde op dat moment niets op en Mooij en Van Grol besloten te redden wat er nog te redden viel. Ze verzamelden op 14 maart 2013 alle crematieresten en de Romeinse scherven die in de sleuf aan de oppervlakte waren gekomen. Daarbij vonden ze onder andere een rond spoor van gecalcineerd bot omringd door houtskool, wat waarschijnlijk een crematiekuiltje is geweest. Het was jammer dat een spoor als dit niet volgens alle regelen der kunst opgegraven kon worden. De ‘redding’ bleek net op tijd. De volgende dag lag er een berg zand in de sleuf.
Als het kalf verdronken is, dempt men de put, want enkele dagen later besloot de gemeente voor de resterende werkzaamheden in het Burgemeester Visserpark en met name bij het oude raadhuis (westkant park) alsnog archeologisch bureau RAAP in te schakelen. RAAP heeft hier enkele weken de werkzaamheden begeleid, maar vond verder weinig. Het interessante deel van de locatie was toch vooral de oostelijke helft van het Burgemeester Visserpark (zie afbeelding 2).
Na overleg met RAAP besloot de AWN de crematieresten tijdelijk over te dragen aan de Stichting LAB (Leids Archeospecialistisch Bureau) voor onderzoek. Dit onderzoek is nu (januari 2014) nog niet helemaal afgerond.
In totaal heeft de AWN-Rijnstreek in het Burgemeester Visserpark maar liefst 28 zakken met Romeins vondstmateriaal verzameld. Dat materiaal bestaat uit dakpanfragmenten, aardewerk en (gecalcineerd) bot. Uit onderzoek met een metaaldetector kwam naar voren dat zich nauwelijks metaal op de locatie bevond.
Een voorlopige conclusie van Gabor Mooij is dat er sprake is geweest van een aantal crematiegraven op een oeverafzetting van de Rijn. Deze afzetting grensde aan een Rijntak met mogelijk (vrij) snel stromend water, gezien de in de klei ervan gevonden sterk verspoelde Romeinse scherven. Verder kunnen de crematiesporen en de aanwezigheid van veel bouwmateriaal (dakpan) en kiezels betekenen dat een Limesweg door de oostkant of het midden van het Burgemeester Visserpark heen liep. Dit wordt ondersteund door een melding uit 1991 van de archeoloog G. IJzereef die in de tuin van Burgemeester Visserpark 4 een puinlaag van Romeinse dakpannen, aardewerk en glas vond. De aanwezigheid van veel Romeinse dakpannen en scherven kan echter ook wijzen op een afvallaag van het Castellum of de aanwezigheid van Romeinse barakken of andere bouwwerken op de plaats van het huidige Burgemeester Visserpark.
(aanvulling: uit het verslag van AWN afdeling Rijnstreek gepubliceerd in Renus 2015)
Van de vondsten gedaan in februari en maart 2013 in het Burgemeester Visserpark in Alphen aan den Rijn (Romeinse vondsten: bouwmateriaal, aardewerk, verbrandbot, zie jaarverslag AWN Rijnstreek 2013) is de determinatie in 2014 afgerond. Dit betekent dat met de rapportage kan worden gestart. Het gevonden verbrand bot is onderzocht in Leiden door Stichting LAB. Hier kwam niets inhoudelijks uit, behalve dat het om menselijk bot gaat. Er komt nog een rapportage van RAAP aan.
Illustratie met mogelijke reconstructie: schematische weergave castellum en vicus inclusief begraafplaats
Foto 1. Romeinse kruik in situ (Renus 2014).
Foto 2. Situatie Burgemeester Visserpark met in een rood kader de vondslocatie (Renus 2014).
Romeins Alphen is een initiatief van Minerva TXT producties / Eveline
Verhoeve
Copyright © teksten en foto's Eveline Verhoeve
Contact:
MinervaTXTproducties@ziggo.nl