Het terrein is er woest. Het klimaat ruw. Het leven en landschap somber.

Welkom in Romeins Alphen!

Romeins staatsburgerschap

Romeins staatsburgerschap

10 november 2021

Een van de beloningen aan het einde van een lange diensttijd is het Romeins staatsburgerschap. Vooral auxilia, de hulptroepen, zien dit als een mooie beloning. Het staatsburgerschap is begeerlijk, omdat hier privileges aan vastzitten onder meer op juridisch gebied.

Naast de gewone Romeinse infanterie en cavalerie zijn er ook huurlingen en er zijn groepen niet-romeinen die in het Romeinse leger dienen. De groep niet-romeinen wordt auxilia genoemd. Vrij vertaald als hulptroepen. 

In de vroege keizertijd gaan vrije mannen uit het hele Romeinse Rijk bij de hulptroepen. Zij krijgen aan het einde van hun diensttijd een aantal beloningen. Een ervan is het Romeins staatsburgerschap. Dit is geïntroduceerd door de eerste keizer Augustus en het wordt pas afgeschaft onder keizer Caracalla die in 212 invoert dat iedere vrije man Romeins staatsburgerschap krijgt.

Daarnaast worden rekruten geronseld onder bevriende en overwonnen volkeren. Soms als onderdeel van de afspraken tussen het Romeinse Rijk en de aristocratie van het betreffende volk. Deze groepen worden vaak inclusief hun aristocratische leiders gerekruteerd en vormen dan een cohort auxiliari. 

Een groot voordeel van staatsburgerschap is dat een Romeins burger door de wetten beschermd wordt. Zo beroept de apostel Paulus zich op zijn Romeins burgerschap als hij in Jeruzalem gegeseld dreigde te worden. Op grond van de Romeinse wetgeving mag hij niet worden gegeseld zonder veroordeling. Het loopt uiteindelijk niet goed af met Paulus: zijn laatste beroep op rechtspraak door keizer Nero eindigt met zijn onthoofding (waarschijnlijk in 62) in Rome.