Het terrein is er woest. Het klimaat ruw. Het leven en landschap somber.

Welkom in Romeins Alphen!

Rijn- en Donaugrens in de derde eeuw

Rijn- en Donaugrens in de derde eeuw

17 februari 2024

In de derde eeuw is er tussen 235 en 274 een grote crisis. De heersende soldatenkeizers volgen elkaar snel op in deze tijd van burgeroorlogen. Voor de Limes in de delta van de Rijn geldt dat in deze periode in verschillende castella weinig sporen worden gevonden. Na 274 is de Limesgrens hier verlaten.

De laatste ‘normale’ keizer is Severus Alexander. Na de moord op deze keizer komen er soldatenkeizers aan de macht. Severus is keizer van 222 tot 235. Tijdens zijn regeringsperiode ontstaat de Perzische oorlog aan de oostgrens van het Rijk. Veel troepen worden vanuit de Rijn- en Donaulinie naar het oosten gezonden om te vechten. Dat valt niet goed bij deze troepen, omdat de achterblijvers in de garnizoensplaatsen langs de Limes nu slecht beschermd zijn.

Plundertochten

Er ontstaan inderdaad al snel Germaanse plundertochten langs de grens, vooral langs de Rijn. Het zijn de Alemannen die grote plundertochten ondernemen in de slecht beschermde grensgebieden aan de bovenloop van de Rijn (zuidwesten van Duitsland). Zij worden door Romeinse troepen teruggedrongen. Plundertochten zijn echter niet nieuw in de grotere Limesregio.

Alemannen

Al eerder, vanaf 212, zijn het dezelfde Alemannen, een verbond vanuit verschillende stammen, die druk uitoefenen in het Limesgebied tussen Rijn en Donau (zuiden van Duitsland). In 233 en 234 dus opnieuw tijdens de Perzische oorlog. Vanaf 259 zijn er invallen in Gallië en in 268 ook in Italië.

Er volgen verschillende veldtochten van Romeinse keizers, het eindresultaat is een verdrag aan het einde van de derde eeuw. De Rijksgrens wordt opgeschoven. De Alemannen bewaken deze nieuwe noordgrens.

Franken

In de tweede helft van de derde eeuw vestigt ook een ander verbond van Germaanse stammen zich in het Limesgebied: de Franken. De verschillende stammen gaan wonen langs de monding van de Schelde en meer in het binnenland langs de Rijnarmen (ten zuiden van de Maas-Waal combinatie) en een aantal zijrivieren (oostelijk Nederland en westelijk Duitsland). Een ander deel van dit ‘nieuwe’ volk vestigt zich veel zuidelijker in Gallië.

Het zijn echter de Romeinen die de Franken als stam benoemen en niet de nieuwe Germaanse bewoners van deze gebieden. Uiteindelijk wordt ook met hen een verdrag gesloten. En ook de Franken bewaken de nieuwe noordgrens.

Drie Rijken

In feite profiteren zowel de Alemannen als de Franken van de grote scheuring die in 260 leidt tot drie grote rijken: het Palmyreense Rijk in het oosten, het Gallische Rijk in het westen en het Romeinse keizerrijk in het midden rond de Middellandse Zee.

Het Palmyreense Rijk ontstaat na de verloren slag bij Edessa in 259-260. Het Gallische Rijk ontstaat als de Romeinse keizer in het Donaugebied, de provincie Pannonië, opstanden neerslaat en de gouverneur van de beide Germania’s in het jaar 260 zijn kans schoon ziet.

Gallische keizerrijk

Het westelijke rijk bestaat uit Britannia, Germania Inferior, Germania Superior, Hispania en de drie Gallische provincies. Een belangrijke rol speelt Colonia Agrippina oftewel Keulen, de hoofdstad van Germania Inferior. Hier wordt de erfgenaam van de keizerlijke troon door gouverneur Postumus gedood. Daarna trekt Postumus de macht in het nieuwe Gallische Rijk naar zich toe en vestigt zich in de nieuwe hoofdstad Augusta Treverorum oftewel Trier. Dit Gallische Rijk bestaat tussen 260 en 274, maar keizer Postumus is al in 269 door zijn eigen troepen vermoord.

Verlaten Limesgrens

Keizer Lucius Aurelianus herstelt tijdens zijn bewind tussen 270 en 275 de orde in het Rijk. In dezelfde periode wordt de Limesgrens in de delta van de Rijn verlaten. De kust en het binnenland blijven tot de vierde eeuw wel onder Romeins gezag.