Uit onderzoek naar wegen in de Late IJzertijd in de periode van 100 voor tot 300 na het begin van de jaartelling blijkt dat een Romeinse weg vaak niet de eerste aangelegde weg is. Romeinse wegen worden volgens een plan aangelegd. Soms betekent dit echter dat de ‘moderne’ weg bovenop een ouder prehistorisch pad terechtkomt.
In de Late IJzertijd is er een uitgebreid wegenstelsel. Daarbij gaat het om natuurpaden, houten paden en veenwegen. Natuurpaden zijn uitgesleten paden in het terrein. Houten wegen en veenwegen zijn in principe knuppelpaden, waarbij de veenwegen verhoogd zijn aangelegd. Prehistorische wegen worden vaak gevonden bij graf- en urnenvelden. Sommige van deze natuurwegen worden later door Romeinse wegenbouwers gebruikt, daardoor zijn zij vervolgens niet goed terug te vinden.
Romeinen leggen een wegennetwerk aan, het gaat dan niet langer om natuurlijk ontstane paden of om paden naar graf- en urnenvelden. Het gaat dan om grote wegen die bedoeld zijn voor het Romeinse leger. Zo is ook de Limesweg ontstaan. Naderhand worden dit soort wegen ook door burgers gebruikt. Er is een duidelijk voorbeeld van een netwerk met belangrijke wegen tussen de Romeinse villa’s, de productieboerderijen, in Limburg. Dit heeft te maken met vervoer van goederen, bevoorrading van steden en van militaire posten.
Dit artikel is gebaseerd op een lezing door Christian Kicken over het ontstaan van het Romeinse wegennetwerk in noordwest Europa tijdens een symposium over de Limesweg. Kicken is promovendus aan Universiteit Nijmegen. Vereniging Vrienden van Archeon en Constructing the Limes hebben in Museumpark Archeon een serie lezingen voor zaterdag 5 oktober 2024, de dag van de wetenschap, georganiseerd.
Romeins Alphen is een initiatief van Minerva TXT producties / Eveline
Verhoeve
Copyright © teksten en foto's Eveline Verhoeve
Contact:
MinervaTXTproducties@ziggo.nl