Ontbonden legioenen
Voordat de Bataafse Opstand uitbreekt is het geen probleem om Romeinse versterkingen te bemannen met lokale rekruten. Tijdens de opstand blijkt echter dat de Bataafse legionairs zich snel aansluiten bij de opstand. Dus worden nadien legioenen ontbonden en mogen lokale rekruten niet meer in hun eigen regio dienen.
Na de moord op keizer Nero in 68 breekt een burgeroorlog uit om de opvolging. Verschillende legioenen bemoeien zich met de strijd. In het noordwesten van het Romeinse Rijk gebeurt dat tijdens de Bataafse Opstand.
De Cananefaat Brinno en de Bataaf Julius Civilis zijn in het begin van de Bataafse Opstand behoorlijk succesvol. Civilis slaagt er zelfs in om verschillende Romeinse legioenen achter zich te krijgen. Uiteindelijk loopt het met Civilis en zijn legioenen echter niet goed af. In 70 slaat de nieuwe keizer Vespasianus de opstand neer.
Ontbonden legioenen
Verschillende legioenen worden naderhand ontbonden, omdat zij zijn overgelopen naar de verrader Civilis. Er zijn ook legioenen die zoveel manschappen hebben verloren dat zijn niet opnieuw worden ingericht. Legioen I Germania, IIII Macedonia, XV Primigenia en XVI Gallica bestaan na de Bataafse Opstand niet meer.
En: voortaan worden er geen lokale rekruten meer als hulptroepen in hun eigen regio ingezet. Ook wordt Legio X Gemina uit Spanje opgetrommeld om het castra Noviomagus, het moderne Nijmegen, bij de Bataafse hoofdstad te bemannen.
Hulptroepen
De Bataven mogen na de opstand niet meer langs de Nedergermaanse Limes dienen. Zij zijn ook hun positie in Rome binnen de lijfwacht van de keizer, de Praetoriaanse Garde, kwijt. Al lijkt het er wel op dat zij een deel van hun privileges snel terugkrijgen.
