Hulptroepen langs de grens
De castella langs de Nedergermaanse Limes in de Rijndelta worden bemand door auxiliari oftewel hulptroepen. Na de Bataafse Opstand gaat het om cohorten die ver van huis dienen. In Albaniana zijn dat vaak cohorten uit het Donaugebied.
In de castella langs de Rijngrens zijn auxiliari gestationeerd. Na de Bataafse Opstand komen deze uit verre buitenlanden. Zo dient een eenheid van de Breuci, uit Pannonië, in Albaniana en later zijn hier troepen uit het Donaugebied.
De Bataven leveren een groot deel van de Praetoriaanse Garde, de persoonlijke lijfwacht van de Romeinse keizers. Na de Bataafse Opstand verliezen zij, tijdelijk, hun positie. De vele Bataafse cohorten dienen na de opstand in Britannia, in Germania Superior en in het Donaugebied.
De Cananefaten leveren ruiters en infanterie aan het Romeinse leger. De cavalerie wordt ingezet in Germania Superior en daarna in het Donaugebied. In de tweede eeuw zit de eenheid in Noord-Afrika.
Van de Frisii is bekend dat zij ook als individuele rekruten in het Romeinse leger dienen. Zij kunnen daarbij onderdeel zijn van een eenheid Bataven of Cananefaten.
