In de Romeinse keizertijd is er geen enkel leger op de wereld dat in discipline aan het Romeinse kan tippen. Dat komt omdat het om een beroepsleger gaat met zwaar getrainde manschappen. Er zijn veel gevechtstechnieken, waarvan de basis het opereren als een eenheid is.
De kracht van het Romeinse leger schuilt in de discipline. Van de commandanten, van de legionairs, van de hulptroepen en van de huurlingen met een speciale taak. Deze discipline ontstaat door straffe training, duidelijke doelen en een goede hiërarchische structuur.
Om als eenheid te functioneren moeten de soldaten allemaal veel en vaak trainen. Dat begint zodra zij zijn gerekruteerd. De rekruten krijgen hun opleiding over het algemeen in de buurt van hun rekruteringspunt, dat is vaak een provinciehoofdstad. Voor de gebieden in de Rijndelta is dat Colonia Claudia Ara Agrippinensium oftewel Keulen. Daarna worden de individuele manschappen naar hun legioenen gestuurd of zij vormen een cohort hulptroepen als zij zijn uitgezonden door hun stam.
Voor de dagelijkse trainingen van de cohorten en legioenen zijn de centurio’s verantwoordelijk. Een centurio wordt hiervoor bijgestaan door een optio. Er zijn fysieke trainingen, individuele gevechtstrainingen en trainingen om formaties te vormen en te houden.
Het trainen op formaties zoals verschillende schildmuren is heel belangrijk voor gevechtshandelingen. Schildmuren lijken een geheel en dat is juist de kracht van het Romeinse leger. Door deze gedisciplineerde manier van vechten winnen de Romeinen het van ongedisciplineerde Germanen en andere volkeren.
Romeins Alphen is een initiatief van Minerva TXT producties / Eveline
Verhoeve
Copyright © teksten en foto's Eveline Verhoeve
Contact:
MinervaTXTproducties@ziggo.nl