Het terrein is er woest. Het klimaat ruw. Het leven en landschap somber.

Welkom in Romeins Alphen!

Boerderijen in Alphen aan den Rijn

Boerderijen in Alphen aan den Rijn

04 april 2022

In de Romeinse periode zijn er nederzettingen binnen de huidige gemeentegrenzen van Alphen aan den Rijn. Langs de 14 kilometer lange Limesgrens wonen in grote hoeven boeren. Daarnaast zijn er ook kampdorpen met Romeinse inwoners bij de militaire versterkingen Albaniana en Nigrum Pullum.

De bevolking in het grensgebied is heel verschillend. Er zijn langs de hele Oude Rijn van oudsher boeren die in hun hoeven een zelfvoorzienend familiebedrijf runnen. Als de Romeinse bezetters zich eenmaal gevestigd hebben, ligt het voor de hand dat deze boeren meer gaan produceren en gaan verdienen aan het Romeinse leger én aan de inwoners van de kampdorpen.

In Alphen aan den Rijn liggen in de tweede helft van de eerste eeuw twee Romeinse castella: Albaniana en Nigrum Pullum. Bij beide liggen na de Bataafse Opstand ook kampdorpen. De militairen in de castella hebben een symbiotische relatie van wederzijdse afhankelijkheid met de Romeinse bewoners van de kampdorpen. Tussen de castella liggen wachtposten, zoals het station bij Hazerswoude-Rijndijk waar ook een tempel ligt. Er zijn meer militaire locaties, zoals Goudse Rijpad inclusief een hoeve, De Schans en Alphen Lemkes-Hoorn.

Langs de rivier liggen verschillende boerennederzettingen in ieder geval tot halverwege de eerste eeuw bij Koudekerk en veel langer langs het Goudse Rijpad. Een nederzetting bestaat meestal uit een grote hoeve waar de hele familie inclusief het vee woont. Soms zijn er twee of drie boerderijen die bij elkaar horen en samen een nederzetting vormen.

Veeboeren

De hoeven produceren voor de komst van de Romeinen alleen voor eigen gebruik. Naderhand wordt over het algemeen de productie groter om belastingen te betalen aan het Romeinse Rijk en/of om handel te drijven met het Romeinse leger.

De boeren in het smalle bewoonbare gebied, een corridor, langs de rivier tussen pakweg Laurium (Woerden) en Matilo (Leiden-Roomburg) houden vooral runderen, het zijn veeboeren. Akkerbouw is lastig in dit drassige veenlandschap.

Noordelijke oever

In principe liggen in de westelijke rivierdelta na het instellen van de Limesgrens in het jaar 47 alleen hoeven op de zuidelijke oever van de Rijn. De noordelijke oever wordt exclusief door het Romeinse leger gebruikt en soms gaat het dan wel degelijk om agrarische activiteiten.

De Frisii moeten hun spullen inpakken en mogen niet langer ten zuiden van de Rijn wonen. In de beginjaren van de bezetting wordt daar niet heel moeilijk over gedaan. Toch raken zij in conflict met de Romeinen over de ligging van hun boerderijen. 

In het jaar 54 wonen er wel degelijk Frisii, demonstratief, op de noordelijke oever. Dan worden zij hardhandig verdreven en op de noordelijke oever ontstaat een soort bufferzone tussen de Romeinse Rijksgrens en het gebied van de Frisii.

Nedergermaanse Limes

Het 14 kilometer lange Romeinse grensgebied langs de rivier de Oude Rijn is onderdeel van de Nedergermaanse Limes, een door Unesco op de Werelderfgoedlijst geplaatst uniek historisch gebied.