Dat ‘de’ Romeinen aan agressieve bevolkingspolitiek doen, is wel duidelijk. Zij plegen genocide, verplaatsen groepen inwoners en ontruimen naar believen gebieden. Zowel Frisii als Bataven als Cananefaten krijgen hiermee te maken.
Het huidige Nederland bestaat in de Romeinse tijd uit het kustgebied met duinen langs de Noordzee, een moerassig veengebied in heel Noord- en Zuidholland, een groot waddengebied ten noorden van de grote rivieren en hoger gelegen gronden in het midden, oosten en zuiden van het land.
Julius Caesar is de eerste Romeinse veldheer die duidelijk actief aanwezig is in het zuiden van Nederland. Aan het einde van de Gallische Oorlogen, rond 50 voor het begin van de jaartelling, wordt onder zijn leiding genocide gepleegd op de Eburonen die in het zuiden van Nederland wonen. Zij zijn vermoord, verjaagd en als slaven verkocht.
In de IJzertijd bewonen de Germaanse Frisii de hele kuststreek van Zeeland tot en met Groningen. Daar hoort ook het natte ‘binnenland’ rond het latere IJsselmeer boven de grote rivieren bij.
Met de Frisii sluiten de Romeinen nog voor het begin van de jaartelling (12 voor) een verdrag. Zij werken samen met de Romeinen, betalen belasting in de vorm van runderhuiden en leveren ook rekruten voor het Romeinse leger.
Dit betekent niet dat er geen conflicten zijn. De Frisii komen een aantal keren in opstand, vooral omdat zij het niet eens zijn met de uitvoering van de belastingregeling en omdat een deel van de boeren na het instellen van de Limes moet verhuizen naar het noorden.
Na de laatste opstand in het jaar 54 is de grens definitief getrokken: de Frisii wonen ten noorden van de Rijn, maar niet op de noordelijke oever want die blijft onder invloed van het Romeinse leger.
Na het uitmoorden en verdrijven van de Eburonen is er een leeg maar vruchtbaar gebied beschikbaar. Dit wordt al snel ingenomen door de Bataven. Deze groep is een afsplitsing van de Chatten. Hun oorspronkelijke leefgebied is ergens tussen noord en midden Duitsland. Een aanbod van de Romeinen om het ontvolkte gebied tussen Maas en Rijn te gaan bewonen, is met twee handen aangegrepen.
Ook met hen wordt een verdrag gesloten. De Bataven leveren voortaan verschillende eenheden met rekruten voor het Romeinse leger.
Na het vertrek van de Romeinen aan het einde van de vierde eeuw onder druk van de opkomst van de Franken verdwijnen de Bataven als stam en gaan op in het grotere geheel van het Frankische rijk.
De ontvolkte Zuid-Hollandse kuststreek wordt na het instellen van de Romeinse Rijksgrens, de rivier Rijn is voortaan de grens, mondjesmaat bewoond door verschillende immigranten uit het hele Noordzeekustgebied, maar vooral uit het noorden. Het leefgebied van deze boeren is dan vooral het stroomgebied van de Gantel, het huidige Westland.
Onder invloed van de dominante Romeinse militaire aanwezigheid ontwikkelen deze verschillende groepen migranten een gezamenlijke culturele identiteit. Waarschijnlijk is dat de Cananefaten onder invloed van de Romeinse overheersing als bevolkingsgroep ontstaat.
Aan het einde van de tweede eeuw daalt de bevolking in het Westland dramatisch en vanaf het midden van de derde eeuw zijn de meeste boerderijen verlaten. De Cananefaten zijn dan zo ongeveer van de aardbodem verdwenen.
Romeins Alphen is een initiatief van Minerva TXT producties / Eveline
Verhoeve
Copyright © teksten en foto's Eveline Verhoeve
Contact:
MinervaTXTproducties@ziggo.nl